Wanneer Olaf Schieche over licht spreekt, bedoelt hij zelden alleen helderheid. Hij bedoelt beweging. Tijd. Kleur. En een camera die alles vastlegt. “Licht is oneindig – en dat geldt ook voor de mogelijkheden,” zegt Olaf lachend, waarna hij toevoegt: “Licht verbindt – en in mijn geval verbindt het mensen.”
Precies dat gebeurt één keer per jaar, wanneer hij mensen uitnodigt voor zijn Lightpainting Festival – het grootste in zijn soort in Duitsland. De locatie: een voormalig sanatorium voor kinderen met tuberculose, verscholen op het platteland, inmiddels omgevormd tot een plek van creativiteit, ontmoetingen en nachtelijk wonder.
Overdag heerst er rust en stilte. Veel deelnemers dwalen zwijgend rond, leggen de vervagende sfeer van de plek vast door hun lenzen, oefenen hun lichtschildertechnieken in workshops of wisselen zaklamp-tips uit bij het basiskamp. Maar zodra de zon ondergaat, begint de magie. De nacht wordt een canvas.
Met zaklampen, zelfgebouwde LED-tools en alles wat maar licht geeft, schilderen ze vormen in de duisternis. Gekleurde lichten dansen door het bos en de verlaten kamers van de oude gebouwen, waarbij ze gloeiende sporen achterlaten – vastgelegd in foto’s met lange belichting. Wat het blote oog nauwelijks ziet, maakt de camera zichtbaar. Het is een kunstvorm die alleen samen werkt.