Wanneer Olaf Schieche over licht spreekt, bedoelt hij zelden alleen helderheid. Hij bedoelt beweging. Tijd. Kleur. En een camera die alles vastlegt. “Licht is oneindig – en dat geldt ook voor de mogelijkheden,” zegt Olaf lachend, waarna hij toevoegt: “Licht verbindt – en in mijn geval verbindt het mensen.”

Precies dat gebeurt één keer per jaar, wanneer hij mensen uitnodigt voor zijn Lightpainting Festival – het grootste in zijn soort in Duitsland. De locatie: een voormalig sanatorium voor kinderen met tuberculose, verscholen op het platteland, inmiddels omgevormd tot een plek van creativiteit, ontmoetingen en nachtelijk wonder.

Overdag heerst er rust en stilte. Veel deelnemers dwalen zwijgend rond, leggen de vervagende sfeer van de plek vast door hun lenzen, oefenen hun lichtschildertechnieken in workshops of wisselen zaklamp-tips uit bij het basiskamp. Maar zodra de zon ondergaat, begint de magie. De nacht wordt een canvas.

Met zaklampen, zelfgebouwde LED-tools en alles wat maar licht geeft, schilderen ze vormen in de duisternis. Gekleurde lichten dansen door het bos en de verlaten kamers van de oude gebouwen, waarbij ze gloeiende sporen achterlaten – vastgelegd in foto’s met lange belichting. Wat het blote oog nauwelijks ziet, maakt de camera zichtbaar. Het is een kunstvorm die alleen samen werkt.


WANNEER LICHT TAAL WORDT

“Lightpainting werkt alleen als je je openstelt voor anderen,” zegt een deelnemer die voor de derde keer terugkeert. “Je hebt iemand nodig achter de camera, iemand die het licht stuurt, iemand die beweegt. Het is een gecoördineerde samenwerking.”

De man achter dit alles is Olaf Schieche, artistiek bekend als ZOLAQ. Ooit werkte hij als bouwmanager in de jachtbouw, maar tegenwoordig reist hij door heel Europa met zijn lichtkunst. Zijn eerste ontmoeting met lightpainting? “Ik zag in 2011 een kort artikel in een fotografietijdschrift – en ik móést het gewoon proberen,” herinnert hij zich glimlachend. “Die eerste beelden waren natuurlijk nog mijlenver verwijderd van wat ik nu doe. Maar ze wakkerden mijn passie aan.”

Vandaag de dag deelt Olaf die passie met velen. Dit jaar deden 70 deelnemers mee – in leeftijd variërend van begin 20 tot midden 70. Een “typische” lightpainter bestaat niet. “Mensen komen uit alle mogelijke achtergronden, maar delen dezelfde passie. Dat maakt het zo bijzonder,” zegt Olaf. ’s Avonds verzamelen ze zich rond het kampvuur, vertellen verhalen, lachen. Velen komen alleen – en vertrekken met nieuwe vriendschappen.

Overdag geeft Olaf tips en legt hij de tools uit. ’s Nachts helpt hij bij de camera-instellingen en de lichtbewegingen. “Ik had nooit gedacht dat ik zoiets zou kunnen,” zegt een deelnemer in een zwart leren jack. “Maar toen ik mijn eerste foto zag – met die gloeiende lichtsporen achter mij – voelde het als magie.”


EÉN BEELD – GEMAAKT DOOR ALLEN

Veel ervan voelt alsof het uit een andere wereld komt. Kristalvormen zweven in de duisternis, spiralen gloeien op de grond, schaduwen dansen langs de bomen. En de volgende ochtend? Dan is alles verdwenen. Geen sporen. Alleen de foto’s blijven – en het gevoel ergens deel van te zijn geweest.

Een moment dat dit gevoel vangt, is de grote groepsfoto op zaterdagavond. Dan komt iedereen samen – elk met een lichtbron in de hand. Er wordt gelachen, geïmproviseerd, gecoördineerd – totdat vele afzonderlijke bewegingen één gezamenlijk beeld worden. “Iedereen doet mee,” zegt Olaf. “Iedereen kan zichzelf terugvinden in de foto.” Het is het hart van het festival – een collectieve compositie van licht en verbinding.

Wanneer het festival eindigt, keert de stilte terug. De laatste tenten verdwijnen, en de natuur haalt opgelucht adem. Maar iets blijft achter: levendige beelden die getuigen van hoe gemeenschap tot leven kan komen. Zelfs in het donker. Met licht.


Wanneer Olaf Schieche over licht spreekt, bedoelt hij zelden alleen helderheid. Hij bedoelt beweging. Tijd. Kleur. En een camera die alles vastlegt. “Licht is oneindig – en dat geldt ook voor de mogelijkheden,” zegt Olaf lachend, waarna hij toevoegt: “Licht verbindt – en in mijn geval verbindt het mensen.”

Precies dat gebeurt één keer per jaar, wanneer hij mensen uitnodigt voor zijn Lightpainting Festival – het grootste in zijn soort in Duitsland. De locatie: een voormalig sanatorium voor kinderen met tuberculose, verscholen op het platteland, inmiddels omgevormd tot een plek van creativiteit, ontmoetingen en nachtelijk wonder.

Overdag heerst er rust en stilte. Veel deelnemers dwalen zwijgend rond, leggen de vervagende sfeer van de plek vast door hun lenzen, oefenen hun lichtschildertechnieken in workshops of wisselen zaklamp-tips uit bij het basiskamp. Maar zodra de zon ondergaat, begint de magie. De nacht wordt een canvas.

Met zaklampen, zelfgebouwde LED-tools en alles wat maar licht geeft, schilderen ze vormen in de duisternis. Gekleurde lichten dansen door het bos en de verlaten kamers van de oude gebouwen, waarbij ze gloeiende sporen achterlaten – vastgelegd in foto’s met lange belichting. Wat het blote oog nauwelijks ziet, maakt de camera zichtbaar. Het is een kunstvorm die alleen samen werkt.


WANNEER LICHT TAAL WORDT

“Lightpainting werkt alleen als je je openstelt voor anderen,” zegt een deelnemer die voor de derde keer terugkeert. “Je hebt iemand nodig achter de camera, iemand die het licht stuurt, iemand die beweegt. Het is een gecoördineerde samenwerking.”

De man achter dit alles is Olaf Schieche, artistiek bekend als ZOLAQ. Ooit werkte hij als bouwmanager in de jachtbouw, maar tegenwoordig reist hij door heel Europa met zijn lichtkunst. Zijn eerste ontmoeting met lightpainting? “Ik zag in 2011 een kort artikel in een fotografietijdschrift – en ik móést het gewoon proberen,” herinnert hij zich glimlachend. “Die eerste beelden waren natuurlijk nog mijlenver verwijderd van wat ik nu doe. Maar ze wakkerden mijn passie aan.”

Vandaag de dag deelt Olaf die passie met velen. Dit jaar deden 70 deelnemers mee – in leeftijd variërend van begin 20 tot midden 70. Een “typische” lightpainter bestaat niet. “Mensen komen uit alle mogelijke achtergronden, maar delen dezelfde passie. Dat maakt het zo bijzonder,” zegt Olaf. ’s Avonds verzamelen ze zich rond het kampvuur, vertellen verhalen, lachen. Velen komen alleen – en vertrekken met nieuwe vriendschappen.

Overdag geeft Olaf tips en legt hij de tools uit. ’s Nachts helpt hij bij de camera-instellingen en de lichtbewegingen. “Ik had nooit gedacht dat ik zoiets zou kunnen,” zegt een deelnemer in een zwart leren jack. “Maar toen ik mijn eerste foto zag – met die gloeiende lichtsporen achter mij – voelde het als magie.”


EÉN BEELD – GEMAAKT DOOR ALLEN

Veel ervan voelt alsof het uit een andere wereld komt. Kristalvormen zweven in de duisternis, spiralen gloeien op de grond, schaduwen dansen langs de bomen. En de volgende ochtend? Dan is alles verdwenen. Geen sporen. Alleen de foto’s blijven – en het gevoel ergens deel van te zijn geweest.

Een moment dat dit gevoel vangt, is de grote groepsfoto op zaterdagavond. Dan komt iedereen samen – elk met een lichtbron in de hand. Er wordt gelachen, geïmproviseerd, gecoördineerd – totdat vele afzonderlijke bewegingen één gezamenlijk beeld worden. “Iedereen doet mee,” zegt Olaf. “Iedereen kan zichzelf terugvinden in de foto.” Het is het hart van het festival – een collectieve compositie van licht en verbinding.

Wanneer het festival eindigt, keert de stilte terug. De laatste tenten verdwijnen, en de natuur haalt opgelucht adem. Maar iets blijft achter: levendige beelden die getuigen van hoe gemeenschap tot leven kan komen. Zelfs in het donker. Met licht.


MEER VERHALEN IN DE SPOTLIGHT